Het schijnt bij rouw te horen, slapeloosheid. Eerst het naar bed gaan steeds uitstellen. Dan niet kunnen inslapen. Wakker worden in het holst van de nacht, om 2 uur. Met veel moeite weer in slaap vallen en dan, na gevoelsmatig en hele lange tijd en na heel veel moeilijke, nare dromen, wakker worden en op de klok kijken - nog geen half vier. Waarom duurt de nacht zo lang? Die donkere lange uren waarin alles zo rauw voelt en zo zeer doet?
De muziek van van de begrafenis speelt door mijn hoofd. De begrafenis, waar ik de ouders van kinderen heb gevraagd hen te stimuleren om kankeronderzoeker te worden. Dat hebben we nodig als mensen om deze vreselijke ziekte onder controle te krijgen. Wat hoop ik op de tijd waarin onze geliefden niet meer veel te vroeg hoeven sterven.
Na de grote schrik van het weer tot mezelf komen na het afscheid van Harry - hoe groot is dit gat wel niet, hoe kan het zo zeer doen, ik zag dit aankomen, het zou toch moeten meevallen - heb ik mezelf bijeen gepakt. Dit gat is zo diep, hier kan ik mezelf niet in laten zakken. Als ik me hier in laat gaan, dan kom ik er niet meer uit. Dan wil ik alleen maar met een dekbed over mijn hoofd in bed liggen. Niet meer eten, niet meer douchen, niet meer voelen, er niet meer zijn. Maar dat kan niet. Want hier zijn twee kinderen, die hun schooltesten in moeten halen. Die het heel hard nodig hebben dat er een volwassene is die huiselijke gezelligheid brengt. Die er voor hen is en die voordoet hoe dat moet, voortleven.
Dus heb ik mezelf bij de lurven gepakt en op de rails gezet. Dingen doen, doen, doen. Zorgen voor de bloemen die op het graf liggen, de rekeningen betalen, formulieren invullen, overlijdensakte in de kluis opbergen, uitleenservice bellen om het bed en toebehoren op te laten halen, verzekeringen op mijn naam zetten, kenteken auto overschrijven, belastingdienst informeren over afdracht successierechten, laatst gedragen overhemden van Harry strijken, stapels post lezen, gesprekken op school voeren over het afronden van dit schooljaar, de huiskamer anders inrichten zodat ie niet zo leeg meer lijkt.
In de eerste periode na de uitvaart kost dit veel moeite om onder de knie te krijgen: doorleven. Zorgen dat de dingen gedaan worden, daar is alle aandacht voor nodig. Het is als heen en weer lopen met mijn handen vol, terwijl ik ondertussen op moet passen om niet in een groot donker gat te vallen dat gapend in de grond in mijn looppad zit. Doorleven gaat het beste als je doet alsof dat gat er niet is, want het is groot en akelig en diep en heel donker - maar ondertussen kan ik het geen tel vergeten, want dan val ik er in.
Het is alsof je moet eten terwijl je kiespijn hebt. Voorzichtig om de zere kies heen kauwen, geen moment vergeten dat ie er zit, want elke verkeerde beweging kan de pijn doen opvlammen. Af en toe, heel voorzichtig, voelen met je tong aan de zere kies, of het al wat beter wordt.
Met de hond lopen en niet stilstaan bij alle wandelingen die we samen maakten in de omgeving van Den Dolder, om daarna samen neer te strijken op een terrasje voor een kop koffie met appeltaart. Nadenken over een vakantie met z'n drieën, om de pijn heen manoeuvreren van de vakanties met zijn vieren. Om de herinneringen heen aan de wandelingen in de bergen, waar Harry met gek doen, grappen makend en al stoeiend de kinderen de berg op kreeg in de warme zon.
Het leven bestaat nu uit heel veel mensen. Lieve mensen die me steunen en opvangen en aan me denken, laten merken dat ze er voor me zijn, langskomen, opbellen, kaartje sturen.
Soms, als de telefoon rinkelt of een sms bericht binnen krijgt, gaat het in een flits door me heen – Harry -
Lieve Femke,
BeantwoordenVerwijderenOok wij in Isselstein gaan door zonder Harry. Niet te vergelijken met jouw verdriet maar toch ook een gemis, en een aantal valkuilen waar ook wij in kunnen trappen. Pulse gaat verder, op de weg die harry in zijn hoofd had, met moeilijke beslissingen die hij heeft uitgedacht maar door een ander zijn uitgevoerd. Pulse als brede welzijnsorganisatie en midden in de wijk tussen de mensen zoals hij dat wilde. Ik zit nu op die plek en begrijp wat hij bedoelt, want hier gaat het om in welzijnsland, de mensen die langs komen met een vraag, een klacht of een leuk idee. We zijn er nog lang niet maar het biedt wel mogelijkheden, we gaan door...
En het voelt alsof harry af en toe nog achter mijn rug meekijkt of het allemaal wel gebeurd zoals hij het heeft bedacht.
Erika